Voor het voetlicht: Directeur Vlietland (Haags Nieuwsblad 1-11-2006)
Recreatiegebied Vlietland gaat Bart Carpentier Alting aan het hart.
Leidschendam – Verscholen in het groen van recreatiegebied Vlietland ligt een Canadees houten huis. Hier woont Bart Carpentier Alting, directeur en eigenaar van recreatiegebied Vlietland. Sinds 1983 probeert hij Vlietland tot een modern recreatiegebied te maken, waar iedereen aan zijn trekken komt. Langzaam maar zeker gaat dat lukken.
Door Ine van den Boer
Ondernemend, sportief, vrijheid en durf. Het zijn een paar steekwoorden die bij je opkomen, als je Bart Carpentier Alting zou moeten typeren. En doorzetten. Want om van recreatiegebied Vlietland iets moois te maken, moet je wel een doorzetter zijn en over een erg lange adem beschikken. Carpentier Alting heeft die adem. Sinds meer dan twintig jaar trekt en duwt hij aan provincie, gemeente en rijksoverheid om van Vlietland het recreatiegebied te maken, dat het hopelijk binnenkort is. Een natuurgebied, waar luie zonaanbidders, actieve (water)sporters, flegmatieke hengelaars en lekkerbekken elk op hun eigen manier kunnen recreëren. Toen hij in 1983 de recreatierechten voor Vlietland van Volker Stevin kocht, werd Carpentier Alting voor gek verklaard. “Het was een modderpoel, Vlietland was nauwelijks toegankelijk”, zegt Alting, die door de woestenij heenkeek en de mogelijkheden zag. Hij begon met het bouwen van een strandtent, liet haventjes graven en geleidelijk aan kwamen er een zeilschool, een surfschool, een scheepsreparatiewerf en een camping. “De roeivereniging zocht onderdak en een watersportvereniging meldde zich. Ik ben de zaken gaan verpachten. Vandaag de dag zijn er vijftien exploitanten en trekt Vlietland meer dan een miljoen bezoekers per jaar. Het is goed per auto bereikbaar.”
Onderzoek
Maar het seizoen is kort en vele maanden per jaar wordt Vlietland niet gebruikt. Dus komt er ook geen geld in het laatje bij de provincie, die, als eigenaar van de openbare ruimte, het beheer en onderhoud moet betalen. “Al in 1987 ben ik met de ministeries van LNV, VROM en de provincie een onderzoek gestart naar wat we kunnen toevoegen aan Vlietland om het maatschappelijk rendement te verhogen. In 1992 was er een plan ter verdere uitwerking om in het noordoostelijk deel te investeren in de bouw van recreatiewoningen en extra voorzieningen. Daar is een grote ligweide, waar bijna niemand komt, zodat de recreatiewaarde niet wordt aangetast. In 1995 gingen provincie en gemeenten akkoord met dat plan. Maar toen was er ineens sprake van een groene bufferzone en de toenmalige minister Margreet de Boer had bedenkingen. Toen leden van de Tweede Kamer op bezoek kwamen in Vlietland waren ze uiterst positief. Want met het bebouwen van minder dan één procent van Vlietland kon een goede kostendrager worden gecreëerd voor het hele recreatiegebied”, schetst Alting de geschiedenis.
Maar hoewel de gemeente Leidschendam in ’99 voortvarend de aanpassing van het bestemmingsplan ter hand nam, zorgde de fusie van Leidschendam en Voorburg toch weer voor vertraging. Waarna ook de SP zich nog wilde profileren door de tegenstand tegen bebouwing op Vlietland te bundelen. Maar het lijkt er nu toch echt van te gaan komen. Het schorsingsverzoek dat de “Vrienden” van Vlietland bij de Raad van State hebben ingesteld is afgewezen. Naar verwachting zal eind februari, begin maart de bodemprocedure bij de Raad van State zijn afgerond. “Daarna kunnen we beginnen”, aldus Alting. Hij benadrukt, dat er geen groen verloren zal gaan. “Volgens Bureau RBOI, dat een flora- en faunaonderzoek heeft gedaan, zal de natuurwaarde van het gebied toenemen. Er komt een krekenstelsel, waarin zich nieuwe dieren en planten kunnen ontwikkelen. Voor elke gekapte boom, komt er een andere terug. We gaan vleermuiskasten ophangen. Met de bebouwing aan het water grijpen we terug op het verleden, er wordt gebouwd in hout en steen en niet hoger dan tien meter. De recreatiewaarde van Vlietland zal alleen maar toenemen, want het is dan het hele jaar door te gebruiken.”
Ondernemend
Carpentier Alting praat enthousiast over Vlietland. Maar wat bezielt iemand eigenlijk om de commerciële rechten van een recreatiegebied te kopen, dat nog helemaal ontwikkeld moet worden? Een blik in zijn CV maakt veel duidelijk. Bart Carpentier Alting werd geboren op Curaçao, maar bracht zijn jeugd door in Nederland. Omdat zijn vader een carrière in de marine had, woonde het gezin in Wassenaar, Baarn en Engeland. Bart studeerde rechten, maar al tijdens zijn militaire dienst bij het Korps Mariniers was hij in Curaçao verantwoordelijk voor het watersportcentrum Brakke Put waarvoor hij later het verzoek kreeg dat te privatiseren en adviseerde hij bij de ontwikkeling van het Seaquariumcomplex.
Via studentenreisorganisatie NBBS kwam hij terecht in Griekenland, waar hij met een medevennoot een watersportcentrum opzette bij Athene. Nadat dit centrum in 1983 was verkocht, werd Alting weer actief in Nederland, waar hij samen met een groepje vrienden (waaronder Theo van Gogh) de rechten kreeg voor het inrichten en exploiteren van commerciële voorzieningen in een zandwingebied bij Valkenburg (ZH). Op zijn vraag naar een groter en mooier gebied, kwam de provincie met de tip, dat Volker Stevin Vlietland in de aanbieding had. “Ik ben nogal ondernemend ingesteld en vind het heerlijk om te organiseren. En ik ben een watersportenthousiasteling”, zegt hij er zelf over. Zijn enthousiasme beperkt zich niet tot de watersport. Alting is ook oprichter en voorzitter van de Nederlands Antilliaanse Bobsleebond. In 1988 en 1992 nam hij als atleet en chef de mission voor Curaçao deel aan de Olympische Spelen in Calgary en Albertville. Hij speelde rugby, hockey, tennis en golf.
Als de bouwactiviteiten in Vlietland straks gaan beginnen, krijgt Alting weer wat meer tijd om rond te kijken naar andere projecten. “Ik zou ook in Curaçao wel weer iets willen opzetten.” Ook in Vlietland zelf blijft genoeg te doen. Voor het paardenspektakel van de samengestelde wedstrijden (SGW), dat de afgelopen drie jaar in Vlietland onderdak vond, moet ook een nieuwe plek worden gevonden. “Daar zijn we zo goed als mee rond”, zegt Alting, terwijl hij parcoursbouwer Kees de Jong belt om het laatste nieuws te vernemen. “De groenstrook langs de Oostvlietweg bij het naaktstrand biedt genoeg plaats om de SGW ook de komende jaren op Vlietland te houden.” Kees de Jong kan dat beamen. “Ik moet nog een oplossing vinden voor een brug van dertig meter over de Jan Bakkersloot. Maar daar kom ik wel uit.”
Bart Carpentier Alting leunt tevreden achterover. “Het is zo fijn om iets op te bouwen, iets wat ondanks tegenwerking en traag draaiende ambtelijke molens toch een succes wordt. Waar veel mensen lol aan beleven en dat je dat zelf mede mogelijk hebt gemaakt.”